Enkele landbouwhuisdierenpractici wensen niet als veearts aangesproken te worden. Is de term veearts werkelijk verouderd? Neerlandicus Jan Berns, lid van het Veterinair Historisch Genootschap, bestudeerde het gebruik van het woord veearts.
Het verbaast Berns enigszins dat de benaming ‘veearts’ door sommigen als minderwaardig wordt beschouwd. “Dat moet van recente datum zijn, want veearts is sinds lange tijd een gebruikelijke term.” Ook vandaag de dag spreken boeren over de veearts en sommige plattelandsdierenartsen vinden het prima om met veearts te worden aangesproken. Berns legt een tweede benaming op tafel: “In mijn jeugd kwam ‘den dokter’. Zowel de huisarts als de dierenarts werden met dokter aangesproken.”
Rond het jaar 1913 drong de naam ‘dierenarts’ door in Nederland. Zo blijkt uit een artikel in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT): ‘Direct, nadat ik was afgestudeerd en mij vestigde, liet ik op mijn naambord ‘Dierenarts’ aanbrengen, voorzover mij bekend, als eerste in den lande.’ (Bron: Dierenbescherming juni 1949, 8b). De tekst vermeldt niet om welke dierenarts het ging.
In de steden waren ook veeartsen te vinden. Zij waren verbonden aan het abattoir en/of behandelden de paarden van het trambedrijf, de kazerne en de middenstand. ‘Den dokter voor gezelschapsdieren’ was van veel latere datum. “Vóór de Tweede Wereldoorlog ging je niet met je hond of kat naar de veearts toe, dat was veel te duur”, vertelt Berns. Met de opkomst van de geneeskunde voor gezelschapsdieren, na de Tweede Wereldoorlog, werd gekozen voor een ruimere term van het beroep: dierenarts. Ook de Veeartsenijkundige Hogeschool kreeg een nieuwe naam: Faculteit Diergeneeskunde (1956). Hiermee maakte de veearts langzamerhand plaats voor de dierenarts.
Berns denkt dat de naam veearts terugkomt. “Tijdens een bijeenkomst van het Veterinair Historisch Genootschap kwam ter sprake dat plattelandspraktijken zich weer willen onderscheiden van de stadspraktijken. Om verwarring met de dierenarts van gezelschapsdieren te voorkomen, zouden sommigen de voorkeur geven aan de naam veearts.” Berns ziet daarnaast nog een ontwikkeling: De term ‘one health’ is in de internationale geschiedenis momenteel een paradigma. De splitsing tussen de humane en diergeneeskunde vervaagt, terwijl beide beroepsgroepen tot voor kort volledig langs elkaar heen opereerden.
Berns is in de geschiedenis gedoken om te zien of beide beroepen in de historie ook al verenigd waren in één persoon. En jawel. De humane arts Peter van Naaldwijk (17de eeuw) leverde een grote bijdrage aan de paardengeneeskunde. Zijn werk was internationaal van grote betekenis. Dat gold ook voor het werk van de medicus Karel Battus (achttiende eeuw). Komen beide disciplines straks weer terecht bij één persoon? Berns verwacht van niet, gezien de enorme breedte van het werkveld. Maar meer overlap tussen beide disciplines zal er zeker komen. De geschiedenis lijkt zich te herhalen. Wellicht dat dan ook de term dokter weer in de mode zal geraken?