Per 1 juli 2021 moet het nieuwe certificaat voor noodslachting worden gebruikt. Het ‘Certificaat in geval van een noodslachting buiten het slachthuis’ vervangt dan de oude ‘Verklaring
voor noodslachting’.
In het nieuwe certificaat is een aantal zaken gewijzigd ten opzichte van de oude ‘Verklaring voor noodslachting’. In het deel dat de veehouder invult is onder ‘Gegevens van het dier’ het oornummer vervangen door het identificatienummer. Onder ‘Verklaring ten aanzien van het bovengenoemde dier’ is het volgende nieuw: Het kenteken van het veevervoermiddel moet worden vermeld. Als het kenteken van het gebruikte veevervoermiddel nog niet bekend is tijdens de noodslachting, kan dat later op het certificaat vermeld worden. Het kenteken staat dan niet op het doordrukvel dat voor de dierenarts bestemd is. Dit is geen probleem zolang het kenteken maar vermeld staat op het certificaat dat met het dier meegaat naar het slachthuis.
De dierenarts is niet verantwoordelijk voor de juistheid van dit deel van het certificaat.
CIBG-nummer
In het deel van het nieuwe certificaat dat door de dierenarts wordt ingevuld is het CIBG-nummer nieuw (onder ‘Gegevens van de dierenarts’). Omdat de dierenarts bij noodslachtingen op mag treden als Officiële dierenarts, moet het CIBG-nummer op het nieuwe certificaat worden genoteerd. Dit is het nummer waarmee je als dierenarts geregistreerd bent in Nederland. De CIBG-nummers staan op de website van het diergeneeskunderegister (www.diergeneeskunderegister.nl).
Ook nieuw in het deel van het certificaat dat de dierenarts invult is ‘Bijzonderheden aangaande het welzijn van het dier’ onder ‘Verklaring ten aanzien van het bovengenoemde dier’. Onder punt 2 (klinisch onderzoek) kan de dierenarts ook iets verklaren over bijzonderheden over het welzijn van het dier. Het gaat hier om een vrij veld waarin de dierenarts extra informatie kwijt kan die van belang kan zijn voor de post-mortemkeuring van het dier.