Een behandeling van biggen tegen coccidiose met de actieve stof toltrazuril is binnen de eerste drie levensdagen van de big aanzienlijk effectiever dan eenzelfde behandeling op een later tijdstip. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteit van Wenen in samenwerking met Ceva Santé Animale op 23 bedrijven in België en Nederland.
Het onderzoek vond plaats op zowel gesloten bedrijven als gespecialiseerde vermeerderingsbedrijven. Biggen op 13 bedrijven werden behandeld met toltrazuril op een leeftijd van 1-6 dagen. Op elk bedrijf werden mestmonsters verzameld. Elk mestmonster werd onderzocht op de aanwezigheid van oöcysten en op de aanwezigheid en ernst van diarree. Op elk bedrijf werd een vragenlijst ingevuld over het management in het algemeen en specifiek over maatregelen tegen coccidiose, zoals de anti-coccidiosebehandeling, het gebruikte product, de dosis en leeftijd waarop de behandeling werd toegediend.
Nauwelijks besmetting bij vroege behandeling
Uit het onderzoek bleek dat diarree en coccidiose veel voorkomen op varkensbedrijven. De eitjes van de parasiet die coccidiose veroorzaakt, de zogenaamde oöcysten, werden het meest aangetroffen in mestmonsters zonder diarree. Coccidiose zonder zichtbare symptomen zoals diarree kwam dus veel voor op de onderzochte bedrijven.
Mestmonsters genomen op bedrijven waar biggen binnen drie dagen na de geboorte werden behandeld met toltrazuril, bevatten aanzienlijk minder vaak oöcysten dan mestmonsters van biggen die op een later tijdstip (4 tot 7 dagen na de geboorte) werden behandeld. Mest van biggen die binnen de eerste drie levensdagen werden behandeld, bleek zelfs in 96,2% van de gevallen vrij van oöcysten te zijn tegenover 63% van de mest van biggen die later werden behandeld.
Een behandeling met toltrazuril binnen de eerste drie levensdagen van biggen is dus zeer effectief en aanzienlijk effectiever dan eenzelfde behandeling op een later tijdstip, aldus de onderzoekers.