De Nederlandse Schapen- en geitenfokkers Organisatie (NSFO) heeft een seroprevalentiestudie uitgezet om te kijken in hoeverre schapen subklinisch worden geïnfecteerd met blauwtongtype BTV-3 en welk percentage antistoffen krijgt. De uitslagen lieten nauwelijks antistoffen zien.
De studie werd uitgevoerd met negen koppels schapen in verschillende regio’s in Nederland. Van in totaal 156 schapen is bloed afgenomen. Tussen de eerste klinische verschijnselen bij deze koppels en het moment van monstername voor de studie zaten zo’n 4 tot 6 weken. Bij slechts 3 van de 156 onderzochte dieren – dieren waar tot op het moment van monstername geen klinische klachten waren gezien – zijn antistoffen tegen het blauwtongvirus aangetoond. Bij 7 van de 9 onderzochte koppels had geen enkel dier antistoffen tegen het blauwtongvirus.
Reinard Everts, dierenarts bij Schapendokter.nl en NSFO-directeur, zei tegen vakblad Het Schaap: “Op basis van onderzoeken op andere blauwtongserotypes mag je verwachten dat ook bij BTV-3-infecties zo’n 10 tot 14 dagen na infectie antistoffen aangetoond kunnen worden.” Maar uit de NSFO-studie blijkt dat subklinische infecties nauwelijks voorkomen. “Daardoor blijven ook deze dieren at risk, net als hun lammeren die in het voorjaar worden geboren.”