Het melkschapenbedrijf in Brakel, Gelderland, waar op 22 april 2024 voor het eerst sinds 2016 in Nederland een Q-koortsbesmetting werd vastgesteld, voldoet niet aan de vaccinatieplicht. Daarom krijgt de ondernemer een boete opgelegd, aldus demissionair landbouwminister Piet Adema in een Kamerbrief.
Volgens de regels moeten schapen en geiten op bedrijven met meer dan vijftig melkschapen of bedrijven met een publieksfunctie vóór de eerste dekking of inseminatie tweemaal worden gevaccineerd tegen Q-koorts, met jaarlijkse herhalingen.
Na de vastgestelde Q-koortsbesmetting voerde de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een onderzoek en handhavingstraject uit op het Gelderse bedrijf om de oorzaak van de besmetting en mogelijke overtredingen van de regelgeving te achterhalen. Tijdens een eerdere inspectie op 4 december 2023 verklaarde de schapenhouder dat hij was gestopt met het melken van zijn schapen, waardoor de NVWA concludeerde dat de ondernemer niet onder de vaccinatieplicht viel.
Echter, na de Q-koortsbesmetting in april bleek uit onderzoek dat de houder na de inspectie in december weer was begonnen met melken. Hierdoor was hij met terugwerkende kracht in overtreding van de vaccinatieplicht, wat resulteerde in een bestuurlijke boete van de NVWA.
De besmetting werd ontdekt bij een regulier tankmelkonderzoek. Direct na de vaststelling voerde de NVWA een bezoekersverbod, een afvoerverbod van schapen, en verplichte hygiënemaatregelen in, en plaatste een waarschuwingsbord bij het bedrijf. Deze maatregelen blijven van kracht zolang de besmetstatus van kracht is.
De besmette schapen die de Q-koortsbacterie uitscheidden, evenals de niet-gevaccineerde drachtige schapen, werden binnen een week opgespoord, gedood en afgevoerd. De melkschapenhouder besloot de overige schapen binnen twee maanden naar de slacht te brengen. Na het verwijderen van alle schapen blijft het bedrijf nog 30 dagen geblokkeerd, waarna de NVWA de besmetstatus intrekt.
Daarnaast voerde de NVWA een traceringsonderzoek uit en identificeerde drie risico-contacten. Op 20 januari en 2 februari 2024 werden niet-gevaccineerde drachtige melkschapen van het besmette bedrijf naar drie andere bedrijven verplaatst. Op deze ontvangende bedrijven zijn geen ziekteverschijnselen of besmettingen aangetroffen, waardoor de risico’s als laag werden ingeschat. De NVWA legde maatregelen op voor de aangevoerde schapen, waaronder een levenslang fokverbod en een afvoerverbod naar andere bedrijven. Als gevolg hiervan besloten de houders deze dieren naar de slacht te brengen.