Dit is de voorlopige conclusie van een steekproef uitgevoerd bij dierenartspraktijk Het Drentse Hart in Beilen. De praktijk adviseerde melkveehouders om via een tankmelkmonster te onderzoeken in hoeverre hun veestapel deze zomer besmet raakte met het blauwtongvirus. “Bij de eerste 15 onderzochte bedrijven bleek bij vijf nauwelijks of geen antistoffen in de tankmelk aanwezig te zijn,” vertelt dierenarts Bernd Hietberg. “Dat verbaasde ons, omdat het virus in onze regio bij zowel schapen als runderen veel slachtoffers heeft gemaakt.”
Voorbereiding op toekomstige besmettingen
Het tankmelkonderzoek geeft inzicht in de hoeveelheid antistoffen die in de melk aanwezig zijn, met verschillende gradaties. “Als uit het onderzoek blijkt dat er veel antistoffen zijn, kun je ervan uitgaan dat een groot deel van de kudde besmet is geweest met blauwtong. Eén buisje tankmelk biedt waardevolle informatie om de uitbraak van dit jaar per bedrijf te evalueren,” legt Hietberg uit. “Het is een goed startpunt voor een gesprek tussen veehouder en dierenarts over hoe je je volgend jaar het beste kunt voorbereiden op een mogelijke nieuwe besmetting. We hebben geleerd dat vaccineren de verspreiding van knutten en het virus niet voorkomt, maar wel zorgt dat de klachten minder hevig zijn.”
Hietberg wil de komende drie maanden verder analyseren welke factoren een rol spelen, zodat hij veehouders richting 2025 beter kan adviseren.
Meer inzicht door tankmelkonderzoek
Volgens Hietberg biedt tankmelkonderzoek meer duidelijkheid over de verspreiding van blauwtong binnen een veestapel. “Als je tien klinische gevallen constateert, is het maar de vraag in hoeverre de hele kudde blauwtong heeft doorgemaakt. Het is goed mogelijk dat een deel van de kudde in 2025 alsnog besmet raakt.”
Variatie bij niet-besmette bedrijven
Uit de praktijk blijkt dat vaccinatie tegen blauwtong niet wordt aangetoond in tankmelk. Het percentage antistoffen in de melk geeft daarentegen wel een indicatie van de mate van besmetting met het virus. Bij de vijf bedrijven waar geen antistoffen werden gevonden, waren de huisvestingstypes divers: een openfrontstal, een stal met mechanische ventilatie en een bedrijf met veel weidegang. “Op dit moment kan ik daar nog geen conclusies uit trekken,” aldus Hietberg.