Een forse daling van het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij – zo’n 70 procent – heeft de resistentie van Escherichia coli duidelijk doen afnemen, blijkt uit onderzoek van het Nationaal Resistentie Laboratorium. Hierdoor is de kans kleiner dat resistente E. coli van dieren op mensen overgaat. Ook de afname van ESBL-E. coli in vleeskuikens en op pluimveevlees is gunstig, omdat deze resistent is tegen voor mensen belangrijke antibiotica.
Opvallend is echter dat minder antibioticagebruik bij landbouwhuisdieren geen aantoonbare invloed heeft op de resistentie van Campylobacter. Volgens Kees Veldman van het Nationaal Referentie Laboratorium voor Antibioticaresistentie is er hier nog geen verklaring voor. Al vijftien jaar zijn campylobacters in vleeskuikens resistent tegen tetracycline en fluorochinolonen, ondanks dat het gebruik ervan sterk is teruggedrongen.
Een mogelijke oorzaak is dat resistentiegenen worden uitgewisseld tussen verschillende bacteriesoorten, en dat resistente mutanten fitter blijven, zelfs wanneer er geen antibiotica meer worden gebruikt. Daarnaast kan recirculatie een rol spelen, maar hiervoor is meer onderzoek nodig.
Uit hetzelfde onderzoek blijkt bovendien dat het beperken van antibioticagebruik bij dieren niet voldoende is om ook bij mensen campylobacterresistentie terug te dringen. Daarvoor zijn aanvullende maatregelen in de humane gezondheidszorg nodig. Wel heeft de reductie van antibiotica bij dieren een positief effect op de resistentie van E. coli en salmonella bij mensen.