Het antibioticagebruik in alle diersectoren is sinds 2009 met 76,4 procent gedaald. Minister Femke Wiersma (LVVN) waardeert de inzet van sectoren en dierenartsen, maar wijst erop dat verdere inspanningen bij hooggebruikers, vooral in de kalversector, nodig blijven. In de vleeskuiken-, varkens- en konijnensector zijn de doelstellingen gehaald, maar de kalversector toont in 2023 weer een lichte stijging.
Extra maatregelen zijn nodig om het aantal hooggebruikende bedrijven te verminderen. Het voorschrijfgedrag van dierenartsen kan verbeteren. Wiersma werkt daarom met hen aan kwaliteitsborging. Ook gaat ze komend jaar met de sectoren in overleg over verdere reductiedoelstellingen, vooral bij hooggebruikers, vanwege het risico op resistente bacteriën.
Het gebruik van polymyxines, kritisch voor de humane geneeskunde, daalt al drie jaar. Toch blijft het relatief hoge gebruik bij leghennen zorgelijk. Voortaan is een gevoeligheidsbepaling vooraf verplicht. In 2025 besluit Wiersma of aanvullend beleid nodig is voor chinolonen, die vaak bij vleeskalveren en vleeskuikens worden ingezet.
Uit monitoring blijkt dat antibioticaresistentie bij landbouwhuisdieren verder afneemt. ESBL-producerende bacteriën liggen onder 1 procent bij vleeskalveren en vleesvarkens. Bij vleeskuikens is nog verbetering mogelijk, bijvoorbeeld door gerichte selectie van antibiotica en directe toediening in plaats van via voer.
Carbapenemaseresistente bacteriën (CPE) komen vrijwel niet voor in Nederland en carbapenem-antibiotica worden niet in de veehouderij gebruikt. Onlangs zijn CPE-bacteriën echter bij één vleeskuiken- en één vleesvarkensbedrijf gevonden. Het risico is laag, maar omdat CPE voor mensen gevaarlijk kan zijn, zal Wiersma samen met de minister van Volksgezondheid advies vragen over aanpassing van het onderzoeksprotocol.
