Een slachthuis in het midden van het land mag voorlopig geen dieren meer aanvoeren of slachten. Inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ontdekten namelijk dat er in de stal 22 jonge bokjes waren doodgegaan. Dit vormde de directe aanleiding voor de NVWA om de erkenning van het bedrijf te schorsen en verbeteringen te eisen.
Het slachthuis, dat schapen en geiten verwerkt, werd tijdens eerdere controles al meermaals op de vingers getikt. Er waren verschillende tekortkomingen op het gebied van hygiëne: zo waren bepaalde bedrijfsruimtes en materialen niet goed schoongemaakt en stond het water in de sterilisator, waarmee messen worden ontsmet, niet op de juiste temperatuur. Ook de procedure voor het optakelen en aansnijden van dieren na bedwelming was onvoldoende, waardoor de koppen en nekken van grote schapen in contact kwamen met de vloer. Over deze overtredingen zijn meerdere rapporten opgesteld.
Het bedrijf stond onder verscherpt toezicht van de NVWA, wat betekent dat er extra controles worden uitgevoerd. De eigenaar was al gewaarschuwd dat bij een volgende ernstige fout de erkenning zou worden geschorst en dat het bedrijf geen slachtingen meer zou mogen uitvoeren. In februari gebeurde dat opnieuw: de 22 dood aangetroffen bokjes kregen niet de benodigde zorg na aanvoer, vermoedelijk door een combinatie van koude in de stal en hun geringe weerstand.
Met het oog op de voorgeschiedenis heeft de NVWA weinig vertrouwen in de huidige werkwijze van het slachthuis wat betreft hygiëne en dierenwelzijn. Het bedrijf moet eerst verbetermaatregelen nemen – bijvoorbeeld door een concreet verbeterplan op te stellen – voordat het zijn activiteiten kan hervatten.
Bron: NVWA