Een veehouder uit Leimuiden krijgt van de rechter één laatste kans om te bewijzen dat hij goed voor zijn runderen en schapen kan zorgen. De 55-jarige man beging de afgelopen jaren meerdere overtredingen, waaronder het houden van koeien in vervuilde, te kleine hokken en het verwaarlozen van zieke dieren.
Het Openbaar Ministerie wilde hem een vijfjarig houdverbod opleggen, maar de rechter ging daar niet in mee. De boer verklaarde dat hij door long covid langdurig ziek was en achterstallig onderhoud ontstond. Inspecteurs troffen onder meer een door diarree verzwakt kalf, kreupele dieren en een schaap met een uitstulpende baarmoeder aan waarvoor geen dierenarts was ingeschakeld.
De veehouder zei “te goed” te zijn voor zijn dieren en kondigde aan binnenkort een nieuwe stal te openen, waardoor het dierenwelzijn zou verbeteren. Mede hierdoor en omdat zijn dochter het bedrijf wil overnemen, mag hij doorgaan. Wel kreeg hij een werkstraf van 50 uur en een voorwaardelijke bedrijfsstillegging: bij nieuwe overtredingen volgt sluiting.
