Meer gevallen van haemonchose: alert blijven
In de sectiezaal en vanuit het veld worden weer vaker besmettingen met haemonchose (rode lebmaagworm) gemeld. Vooral lammeren en jaarlingen zijn gevoelig, maar ook volwassen schapen lopen risico. Vroegtijdig mestonderzoek is cruciaal om tijdig maatregelen te nemen.
Snelle opbouw van infectiedruk
Haemonchus contortus ontwikkelt zich razendsnel bij warm en vochtig weer. Larven kunnen droge perioden overleven en verspreiden zich zodra er vocht is. Na het spenen zijn lammeren extra kwetsbaar. Regelmatig mestonderzoek helpt problemen tijdig te signaleren en voorkomt onnodig behandelen.
Weidebeheer en resistentie
Een goed weideplan verlaagt de wormdruk, ook als omstandigheden verre van ideaal zijn. Uitstel van behandelen is winst, want elk gebruik van ontwormingsmiddelen kan resistentie bevorderen. Correct doseren is essentieel: te laag werkt resistentie in de hand, te hoog kan giftig zijn. Wegen van dieren geeft de juiste dosis.
Behandeling controleren
Als behandelen toch nodig is, voer 10–14 dagen later opnieuw mestonderzoek uit. Zo wordt duidelijk of de kuur effectief was en resistentie of herinfectie geen rol speelt.
Conclusie
Haemonchose vraagt om blijvende alertheid. Met monitoring, zorgvuldig doseren en verstandig weidebeheer kunnen besmettingen beter worden beheerst en resistentie beperkt.
Bron: Het Schaap







