Het definitieve Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO)-rapport bevestigt een verband tussen geitenhouderijen en longontstekingen binnen een straal van 2 kilometer, al zijn de precieze oorzaken onduidelijk. De bijbehorende brief van de ministers zorgde voor ophef, omdat die spreekt over 1.200 tot 6.600 extra gevallen van longontsteking onder de 1,5 miljoen omwonenden, met bijbehorende ziekenhuisopnamen en extra sterfgevallen. VGO-onderzoeker Joke van der Giessen (RIVM) benadrukt dat deze cijfers afkomstig zijn uit een elfjarige epidemiologische studie waaruit telkens een verhoogd risico naar voren komt.
Uit vervolgonderzoek (VGO-III) blijkt dat 32 soorten bacteriën, die in de stal aangetroffen zijn, mogelijk een rol spelen. Hiervan zijn 23 bacteriesoorten ook aangetroffen in de buitenlucht rond bedrijven, bij mensen met en zonder longontsteking en bij geitenhouders. Toch is er in geen enkel geval een oorzakelijk verband vastgesteld. De patiëntenstudie was bovendien beperkt: slechts 108 patiënten deden mee.
Jos Tolboom, voorzitter van de LTO-vakgroep Melkgeitenhouderij, vindt het VGO-rapport op zich waardevol. Hij wijst erop dat er geen micro-organisme is gevonden dat significant vaker voorkomt binnen 2 kilometer van een geitenhouderij. Dat maakt volgens hem onduidelijk hoe de conclusie van twintig tot honderd sterfgevallen tot stand is gekomen. Volgens Van der Giessen laten de langjarige data echter steeds hetzelfde hogere risico zien.
Het RIVM raadt de geitensector aan bacteriën als Staphylococcus aureus verder terug te dringen. Tolboom stelt dat geitenhouders al bezig zijn met gezondheid in en rond hun stallen en bereid zijn aan de slag te gaan met deze adviezen.
Bron: Nieuwe Oogst
Lees ook: OPINIE: Lang gezocht, niet gevonden