In de Limburgse dierentuin GaiaZOO zijn bosrendieren positief getest op Q-koorts. Wageningen Bioveterinary Research (WBVR), het nationale referentielaboratorium, bevestigde dat het gaat om een runderstam van de bacterie Coxiella burnetii.
Bij meerdere drachtige bosrendieren (Rangifer tarandus fennicus) trad vroegtijdige verwerping van de vrucht op. De dierenarts nam monsters, waarna Royal GD Q-koorts vaststelde. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voerde daarop aanvullend onderzoek uit en nam extra monsters, waaronder abortusmateriaal.
Zowel monsters van GD als NVWA werden geanalyseerd door WBVR. De aanwezigheid van C. burnetii werd bevestigd en nader onderzoek wees uit dat het om een runderstam gaat. “Onze analyse toont aan dat de besmetting is veroorzaakt door een runderstam,” aldus Marleen Kannekens-Jager, hoofd van het NRL voor zoönotische bacteriën.
WBVR wist de bacterie succesvol te kweken, ondanks de intracellulaire aard ervan. Uit placentaweefsel werd het genetisch profiel volledig in kaart gebracht, dat overeenkomt met een runderspecifieke stam. Deze wijkt af van de geitenvariant die tijdens de Q-koortsuitbraak van 2007–2010 in Nederland werd gevonden.
Voor zover bekend is dit de eerste melding van een C. burnetii-infectie bij bosrendieren.
