In oktober en november 2023 zijn bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) acht reeën onderzocht op doodsoorzaak. De dieren bleken niet besmet te zijn met het blauwtongvirus.
Het DWHC kreeg sinds de nieuwe uitbraak van blauwtong regelmatig de vraag of de reeën die er slecht aan toe waren en/of het benauwd leken te hebben, besmet konden zijn met blauwtong. Uit eerdere onderzoeken bij BTV-uitbraken veroorzaakt door andere serotypes dan serotype 3 is gebleken dat reeën niet erg vatbaar zijn voor blauwtong. Er was weinig aanwijzing voor klinisch waarneembare ziekte bij reeën door blauwtongvirus en er zijn slechts lage percentages van reeën met BTV-antilichamen gevonden.
Omdat serotype 3 mogelijk ziekmakender is dan serotype 8 zijn er dit najaar opnieuw reeën onderzocht. Vier dieren waren jongvolwassen en vier volwassen. Geen van de acht reeën had afwijkingen die zouden kunnen passen bij een blauwtongbesmetting. Alle acht reeën zijn bij WBVR te Lelystad getest op BTV, waaruit bleek dat de dieren niet besmet waren met het blauwtongvirus. De reeën waren afkomstig uit de provincies Limburg (2), Noord-Brabant (3), Overijssel (1) en Utrecht (2).
Longwormen en andere parasieten
Vijf van de acht reeën hadden longontsteking door longwormen, vier hadden ook last van maag-darmparasieten. Eén ree had chronische ontstekingen in het maag-damkanaal veroorzaakt door maag-darmparasieten. Een ander ree had keelhorzellarven die ontstekingen van het neusslijmvlies hadden veroorzaakt. En weer een ander ree had ontstekingen in de pens, mogelijk veroorzaakt door pensverzuring.
Net als in 2021 heeft het ook in 2023 langdurig en vaak geregend. Mogelijk dat onderkoeling de reeën heeft verzwakt waardoor ze vatbaarder zijn voor worminfecties, aldus het DWHC.
Foto: pxhere.com/nl/photo/1616320