Myrna de Rooij, onderzoeker bij de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, heeft een Veni-beurs ontvangen voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën om zoönotische ziekteverwekkers op veehouderijen te monitoren. Dit is cruciaal voor het voorkomen en bestrijden van zoönotische uitbraken.
Zoönotische risico’s in intensieve veehouderijen
Intensieve veehouderijen zijn hotspots voor zoönotische ziekteverwekkers, wat wereldwijd aanzienlijke risico’s met zich meebrengt voor zowel de menselijke als dierlijke gezondheid. De Rooij richt haar onderzoek op de verspreiding van zoönosen via de lucht vanuit veehouderijen. “Het is dringend nodig om ziekteverwekkers op veehouderijen beter te monitoren,” legt De Rooij uit. “Door dit te doen, kunnen we risico’s voor de volksgezondheid beperken en negatieve gevolgen voor dierenwelzijn en de economie voorkomen.”
Multidisciplinair onderzoeksproject
Met de Veni-beurs zet De Rooij een multidisciplinair onderzoeksproject op met als doel twee technologische innovaties te ontwikkelen voor betere luchtmonitoring van ziekteverwekkers op veehouderijen. De eerste innovatie betreft de integratie van luchtmonstertechnieken in ventilatiesystemen, waardoor op slimme wijze luchtmonsters kunnen worden verzameld. Deze monsters bieden een compleet beeld van de in de lucht aanwezige bacteriën en virussen, inclusief potentiële zoönotische ziekteverwekkers. De tweede innovatie richt zich op nieuwe toepassingen van moleculaire analyses, waarmee nauwkeuriger kan worden vastgesteld welke ziekteverwekkers via de lucht op veehouderijen terechtkomen. Dit project focust in eerste instantie op pluimveehouderijen en richt zich op vogelgriep en Campylobacter jejuni, een belangrijke bacterie die darminfecties bij mensen veroorzaakt. Het uiteindelijke doel is echter om deze innovaties te gebruiken voor het monitoren van zowel bekende als nieuwe zoönotische ziekteverwekkers.
Risico’s van luchtverspreiding van ziekteverwekkers
De verspreiding van zoönotische ziekteverwekkers via de lucht vormt aanzienlijke risico’s, zoals werd aangetoond tijdens de Q-koorts epidemie in Nederland. Q-koortsbacteriën infecteerden omwonenden van besmette geitenbedrijven via de lucht. Uit eerder onderzoek van De Rooij bleek dat de Q-koorts bacterie aanzienlijke afstanden kan afleggen door zich te hechten aan stofdeeltjes. “Wetenschappelijke kennis over de verspreiding van ziekteverwekkers leidt tot efficiëntere maatregelen voor preventie,” zegt De Rooij. “Hierdoor kunnen we infectieziekten beter bestrijden in de veehouderij, wat resulteert in een duurzamere veehouderij, beter dierenwelzijn en minder risico’s voor de gezondheid van mensen en dieren.”
Veni-beurs
De Veni-beurs is een financieringsinstrument uit het NWO-talentprogramma dat vernieuwend onderzoek ondersteunt. Deze beurs biedt recentelijk gepromoveerde onderzoekers de kans om gedurende drie jaar hun ideeën verder te ontwikkelen. Naast de Veni-beurs zijn er ook Vidi- en Vici-beurzen voor wetenschappers in latere stadia van hun carrière.
Met deze baanbrekende technologieën hoopt De Rooij een significante bijdrage te leveren aan de preventie en bestrijding van zoönotische ziekteverwekkers, waardoor de volksgezondheid en het welzijn van dieren op veehouderijen verbeteren.
Bron: Universiteit Utrecht