Mastitis is nog steeds één van de meest voorkomende gezondheidsproblemen in de melkveehouderij met een hoog antibioticagebruik. Het heeft een negatieve invloed op het dierenwelzijn, de melkkwaliteit, bedrijfsresultaten en het werkplezier van de melkveehouder.
Mastitis gaat gepaard met hoge kosten. Er is sprake van productieverlies, behandelingskosten en meer arbeidstijd. Bij chronische mastitis is het zelfs zo dat de kosten verspreid worden over meerdere jaren, zonder dat dit bewust opvalt bij de veehouder.1 Een juiste diagnose, behandeling en preventieve maatregelen zijn daarom uitermate belangrijk. Gemiddeld kan een mastitisgeval € 458 per koe per jaar kosten, variërend van € 112 – € 946 waarbij naast het productieniveau, ook de betrokken pathogenen een rol spelen in de hoogte van deze kosten (van hoog naar laag; Klebsiella spp. Escherichia coli, Staphylococcus aureus, Streptococcus spp., Staphylococcus spp.).1 De 2e maand van de lactatie is daarnaast ook de meest kostelijke als het gaat om klinische mastitis gevallen. Het grootste aandeel van de kosten bij mastitis valt onder productieverliezen of vroegtijdige afvoer, welke beide niet direct zichtbaar zijn voor de veehouder, of lastig in te schatten. Uit een studie bleek dat maar 8% van de veehouders juist kon inschatten welke kosten er gepaard gaan bij mastitis. Meer dan de helft van de veehouders onderschatte de kosten van mastitis met 25% of meer.1 Een juiste inschatting van de kosten door de veehouder zorgt voor een betere aanpak van de diagnose, behandeling en nemen van preventieve maatregelen op het bedrijf.
Betrokken pathogenen
Verschillende pathogenen kunnen (sub)klinische mastitis bij rundvee veroorzaken. De meest voorkomende zijn: Staphylococcus aureus, Streptococcus agalactiae, Strept. uberis, Strept. dysgalactiae, Klebsiella spp., Escherichia coli en Coagulase Negatieve Staphylococcen.
Staphylococcus aureus
Dit is een grampositieve koegebonden kiem, met veel verschillende soorten subspecies. De kiem is moeilijk te behandelen door de aanmaak van een biofilm en het intracellulair aspect van de bacterie. Genezingspercentages variëren veel, van 50% voor oudere koeien tot 85% voor vaarzen. De meeste subspecies van Staph. aureus (70%) zijn gevoelig aan penicilline. Andere antibiotica waar gevoeligheid voor is zijn: TMPS, clindamycine en macroliden.
Streptococcus agalactiae
Dit is een zeer besmettelijke grampositieve, koegebonden bacterie. Vaak geeft het een subklinische mastitis met een zeer hoog celgetal (>900.000 cellen/ml). Het is een bacterie die erg gevoelig is aan penicilline met een hoog genezingspercentage (90%).
Streptococcus uberis
Deze grampositieve bacterie kan zowel koe- als omgevingsgebonden zijn, waarbij het in de omgeving vooral aanwezig is in de strobedding. Behandelsucces varieert met een genezingspercentage tussen de 50 en 70%. Belangrijk is om de kiem tijdig te bestrijden, chronische gevallen zijn moeilijk te behandelen.
Coagulase negatieve Staphylococcen (CNAS)
Deze grampositieve kiemen kunnen zowel koe- als omgevingsgebonden zijn en geven het vaakst problemen bij vaarzen. Het veroorzaakt vaak een subklinische mastitis, maar geeft wel regelmatig een celgetal 2 tot 3x verhoogd. Belangrijk is om bij deze kiemen vroegtijdig te behandelen en ze regelmatig te testen op gevoeligheid voor antibiotica.
E. coli
Deze gramnegatieve kiem is typisch omgevingsgebonden en kan erge klinische mastitis veroorzaken. De koe kan in shock raken door de geproduceerde endotoxines (LPS).
Behandeling:
Als veearts wilt u mastitis goed behandelen en veehouders helpen bij het optimaliseren van het mastitismanagement, terwijl u de kans op resistentieontwikkeling wilt minimaliseren. Wij van Dechra willen middels kennis, praktische tools en diagnostische ondersteuning de positie van de dierenartsen en veehouders versterken in de strijd tegen antibioticaresistentie. Voor mastitis hebben we een sterke focus op nauwkeurige en effectieve behandeling, om verantwoord antibioticagebruik te stimuleren en alleen te behandelen als dit medisch noodzakelijk is. Doelmatige toepassing van onze antibiotica kan mede door een gerichte ondersteuning van onze gevoeligheidstesten (Dechra Paper Ringen).
Voor graad 1 en 2 mastitis volstaat een lokale behandeling met antibiotica, maar een graad 3 mastitis heeft daarnaast ook een systemische behandeling met antibiotica en ondersteuning met vloeistoftherapie nodig. Elke mastitiscasus is gebaat bij een behandeling met NSAID’s. Uit diverse studies is gebleken dat inzetten van NSAID’s het herstel sneller bevordert, er minder melkproductieverlies is, een lager celgetal geeft en daarnaast een positief effect heeft op de fertiliteit na een mastitis case. 3,4
Het gericht inzetten van antibiotica en het tijdig behandelen van individuele gevallen, beperkt de kans op overdracht van pathogenen. Dechra heeft twee eerstekeus geregistreerde antibiotica (volgens categorisatie van het EMA), geschikt voor toepassing bij mastitis; Revozyn® (penthamaat hydrojodide 400mg/ml) en Diatrim® (Sulfadiazine Trimethoprim 200 mg/ml + 40 mg/ml
Diagnostiek:
Voor het gericht in-, of verderzetten van de behandeling is bacteriologisch onderzoek noodzakelijk. Dechra heeft hiervoor, in samenwerking met de GD Deventer, de Paper Ringen ontwikkeld. Dit zijn ringen geïmpregneerd met een specifieke concentratie antibiotica voor het uitvoeren van in vitro gevoeligheidsbepalingen en zijn gebaseerd op de Europese disk diffusie methode van de EUCAST. Het voordeel van de Paper Ringen is dat het vaste (vooraf vastgestelde) panels zijn voor gram positieve en gram negatieve bacteriën waardoor het gebruik eenvoudig en snel is en er nauwkeurigere remmingszones zijn met een minimaal risico op fouten.
Onderstaande tabel geeft extra informatie betreffende de gram positieve en gram negatieve Paper Ringen:
Wilt u meer informatie over het mastitis-productgamma van Dechra, of de Paper Ringen? Neem gerust contact op via info.nl@dechra.eu of uw lokale accountmanager.
Referenties:
1) Hogeveen H., van der Voort. 2017. Assessing the economic impact of an endemic disease: the case of mastitis. Rev. Sci. Tech. Off. Int. Epiz. (36-1) p. 217 –226.
2) GD Deventer. https://www.gddiergezondheid.nl/nl/Diergezondheid/Dierziekten/Mastitis-rund.
3) McDougall et al., 2016. Addition of meloxicam to the treatment of clinical mastitis improves subsequent reproductive performance. J. Dairy Sci. 99: 2026-2042
4) Van Soes et al. 2018. Addition of meloxicam to the treatment of bovine clinical mastitis results in a net economic benefit to the dairy farmer. J. Dairy Sci. 101:3387-33