Een onverwachte uitbraak van mond-en-klauwzeer (MKZ) in Duitsland begin januari maakt duidelijk dat Europa niet volledig veilig is, stelt Donald King van het Pirbright Institute. Hoewel het risico klein lijkt, blijft MKZ in omliggende regio’s actief en zijn er verschillende manieren waarop het virus toch Europa kan binnenkomen.
Na het stoppen met vaccinatie in 1990 volgden nog meerdere MKZ-uitbraken in Europa, vooral in de jaren negentig. De laatste grote uitbraak in West-Europa was in 2001 en begon in het Verenigd Koninkrijk, waarna het virus zich verspreidde naar Ierland, Frankrijk en Nederland. Vermoedelijk kwam het door illegaal ingevoerd besmet voedsel, dat via swillvoedering bij dieren terechtkwam.
Sindsdien zijn de regels aangescherpt, maar de nieuwe uitbraak in Duitsland laat zien dat binnendringen van MKZ niet is uitgesloten. Illegale import van dieren of vleesproducten, wilde dieren, onvoldoende ontsmette transportmiddelen en contact met besmette dieren of besmet voedsel blijven risico’s. Onderzoeksinstellingen of opzettelijke introductie zijn andere mogelijke bronnen.
Wereldwijd circuleren er zeven MKZ-‘pools’ die elkaar onderling beïnvloeden. Voor Europa vormt de pool in het Midden-Oosten en Turkije, met drie serotypen, het grootste gevaar. Ook Noord-Afrika is een potentiële bron, waar het virus via Libië binnenkwam en zich vermengde met stammen uit andere regio’s.
Risicodeskundigen beklemtonen het belang van monitoring en vaccinatie, zeker in het Midden-Oosten waar veel niet-gevaccineerde schapen en geiten rondtrekken. Ook vanuit Noord-Afrika kunnen varianten Europa bereiken, ondanks samenwerking met lokale partijen. Omdat de verspreidingsroutes onvoorspelbaar zijn, is strenge controle op ingevoerde producten cruciaal. Veehouders en dierenartsen moeten alert blijven op MKZ-symptomen, vooral daar waar ook blauwtong voorkomt.
Bron: Nieuwe Oogst