In vier jaar tijd groeide het melkveebedrijf van Gerbert en Everlien Luesink van 140 naar ruim 300 melkkoeien. Deze groei werd vooral gerealiseerd door het zoveel mogelijk aanhouden van eigen dieren. De afgelopen twee jaar werden de koeien ook gevaccineerd met Startvac® en mede daardoor zijn er in die periode nauwelijks dieren afgevoerd wegens uiergezondheidsredenen. Dit terwijl de resultaten qua uiergezondheid goed bleven en het laatste jaar zelfs nog verbeterden.
Voor er met vaccineren werd gestart is er grondig bacteriologisch onderzoek uitgevoerd gecombineerd met tankmelkonderzoek om de aanwezige kiemen op het bedrijf te kennen. Daaruit bleek dat er inderdaad E. coli en S. aureus aanwezig waren op het bedrijf. Verder is het bedrijf BVD-vrij. Enten tegen mastitis heeft namelijk geen zin als er ook BVD en IBR aanwezig is.
“Het vaccin werkt echt tegen uierontsteking”, vertelt Gerbert, en de resultaten tonen dat aan. Het celgetal bleef sinds de vaccinatie stabiel rond de 180.000 maar dit zonder het opruimen van dieren. Er traden sindsdien duidelijk minder nieuwe infecties op. Op dit ogenblik zijn er 103 vaarzen aan de melk waarvan er slechts negen met een celgetal boven de 150.000. Van de negen vaarzen zijn er zes met meer dan twee attenties. En van de verhoogde vaarzen komt er niet eentje boven de 500. Men houdt het celgetal vaak onder controle door het regelmatig opruimen van koeien en zelfs vaarzen met een hoog celgetal, maar wat je dan vaak ziet is dat het celgetal enkele maanden later toch weer gaat stijgen en men weer koeien moet opruimen. Dit laatste vermijd je door te vaccineren met Startvac”. Bij minder dan 15 procent nieuwe infecties is er een bonuspunt van de melkerij, dat speelt natuurlijk ook mee.
“Er zijn bijna geen mastitis gevallen meer en mocht er toch een geval voorkomen dan zijn de symptomen minder en de dieren genezen beter sinds we vaccineren”, zegt Gerbert. Ook het gebruik van injectiepreparaten is tot een minimum gedaald. “We zien ook duidelijk dat bij de B.O. die we momenteel uitvoeren op het bedrijf er steeds een mooie reincultuur gevonden wordt met weinig resistentiepatronen en dus goed behandelbaar”, vult René aan. Wat de colimastitis betreft is het zo dat het typische beeld (ernstig zieke koe met gelige waterige uitvloei) minder gezien wordt.
In Nederland zijn er op dit moment nog weinig middelen die ingezet kunnen worden voor de behandeling van mastitis. Daarbij wil je het aantal behandelingen zo laag mogelijk houden, om binnen de norm van de DDD (dier dag doseringen) te blijven. Hierbij helpt de inzet van Startvac®.
De uitdaging voor de toekomst is het selectief droogzetten, “we zijn benieuwd wat de vaccinatie met Startvac hiervoor kan betekenen in de toekomst”, zegt Gerbert nog.
Kennispartnerbericht van Hipra