De laatste jaren is een sterke reductie van de het antibioticumgebuik bereikt in onder andere de varkenshouderij. Dit is natuurlijk een prestatie waar we trots op kunnen zijn. Minder gebruik van antibiotica kan echter ook tot gevolg hebben dat de infectiedruk van bacteriële aandoeningen kan stijgen.
Een van die bacteriën is Erysipelotrix Rhusiopathiae, bij de meesten beter bekend als de vlekziektebacterie. Vlekziekte is een aandoening die vrijwel nooit meer gezien werd, maar geluiden uit het veld lijken erop te wijzen dat het toch weer vaker voorkomt.
Vlekziekte uit zich meestal in typische, verheven rode vlekken op het lichaam van de varkens. Meestal wordt dit gezien bij de jonge zeugen, vaak in de kraamstal. Er kunnen echter meerdere symptomen aan vlekziekte gekoppeld worden: hartklepontsteking, kreupelheid, algemeen ziek zijn, koorts (en hierdoor ook verwerpen). In serumprofielen van zeugenbedrijven komt nogal eens naar voren dat er onvoldoende bescherming is tegen vlekziekte, vaak ondanks vaccinatie.
Een gedegen aanpak van vlekziekte is zeker van belang gezien de bovenstaande symptomen, maar wellicht nog belangrijker is dat vlekziekte ook een zoönose is. Dat wil zeggen dat ook mensen geïnfecteerd en ziek kunnen worden.
Daarom is het van belang om het vaccinatieprotocol eens goed onder de loep te nemen. Indien blijkt dat er seronegatieve zeugen aanwezig zijn kan er bijvoorbeeld gekozen worden voor vaccinatie met ErysengParvo®, een nieuw vaccin met uitstekende immunogene eigenschappen.
Kennispartnerbericht van Hipra