Als dieren hardnekkige ziekteverschijnselen vertonen die niet door de bekende dierziekten verklaard kunnen worden, treedt de nieuwe diagnostische procedure van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in werking.
De eerste stap van de nieuwe diagnostische ‘pijplijn’ is de microarray-test om vast te stellen of er DNA- of RNA-strengen aanwezig zijn. Als uit de microarrayscreening bepaalde virusfamilies naar boven komen, kan specifieker worden getest met de PCR-test. De derde stap is deep sequencing voor het bepalen van de volgorde van het DNA of RNA van het virus.
Groot voordeel van de diagnostische pijplijn is volgens WBVR dat je snel tot een karakterisering van een virus komt. “Toen het SARS-virus in 2003 opdook, duurde het een maand om het virus te karakteriseren”, zegt Wim van der Poel van WBVR en geestelijk vader van de nieuwe pijplijn. “Dat gaat ons nu niet meer gebeuren. De microarray duurt een paar dagen, de PCR-test kun je in een paar uur afronden en met deep sequencing kunnen we een virusbepaling realiseren binnen een week.”
Maar Van der Poel is nog niet tevreden met een viruskarakterisering die een week duurt. Hij hoopt ooit zover te zijn dat hij met behulp van patronen van micro-organismen en rekenmodellen kan voorspellen welke nieuwe varianten van virussen zich zullen voordoen.
Foto: WBVR