In de praktijk | Onderzoek

Eerste impactanalyses BTV-3-uitbraak op rundveebedrijven

GD heeft de resultaten beschreven van een eerste impactanalyse van de BTV-3-uitbraak in 2023 op rundveebedrijven in Nederland. De blauwtonguitbraak heeft een duidelijke impact gehad op de melkproductie en sterfte op rundveebedrijven in Nederland.

Gedurende de BTV-3 uitbraak hebben ruim 2.200 rundveebedrijven melding gemaakt van BTV-3-verschijnselen bij de runderen. Daarnaast hebben nog zo’n 1.000 rundveebedrijven melding gemaakt van kliniek bij andere diersoorten op het bedrijf (vrijwel altijd bij schapen). Van alle meldingen was 70 procent afkomstig van melkvee- en jongvee-opfokbedrijven, 18 procent van kleinschalige rundveebedrijven (<20 runderen), 9 procent van zoogkoeienbedrijven en de rest van andere bedrijfstypen.

Melkproductiedaling

Er is zowel een daling in de melkproductie op bedrijven die klinische symptomen van BTV-3 gemeld hebben als op bedrijven die geen melding hebben gedaan bij de NVWA maar wel gelokaliseerd zijn in gebieden waar BTV-3-infecties zijn geconstateerd, zo meldt GD. De daling in melkproductie lijkt samen te hangen met de besmettingsgraad in het gebied: hoe hoger de besmettingsgraad, hoe hoger de gemiddelde melkproductiedaling op het bedrijf.

De daling in melkproductie is het grootst op bedrijven die symptomen van BTV-3 hebben gemeld. Op deze bedrijven is de melkproductie gedurende langere tijd gemiddeld bijna 1  kg per koe per dag lager in vergelijking met dezelfde periode in voorgaande jaren (2020-2022). Vóór de BTV-3-uitbraak was de melkproductie in 2023 duidelijk hoger in vergelijking met voorgaande jaren.
De daling in melkproductie houdt gemiddeld zo’n negen tot tien weken aan waarna deze langzaam weer stijgt naar het niveau van eerdere jaren.

Sterfte

Er is in de periode van de BTV-3-uitbraak een stijging in de sterfte op rundveebedrijven. Deze stijging was het grootst bij volwassen runderen (ouder dan 2 jaar). De sterfte was het duidelijkst verhoogd bij melkveebedrijven in vergelijking met andere rundveebedrijfstypen.
Op niet-meldingsbedrijven in besmet gebied was de sterfte van volwassen runderen tot anderhalf keer hoger in vergelijking met voorgaande jaren. Op bedrijven met een melding van BTV-3-verschijnselen, was de sterfte van volwassen runderen tot drieënhalf keer hoger in vergelijking met dezelfde periode in de voorgaande jaren.

De sterfte blijft gedurende een langere periode verhoogd. De toename in rundersterfte (>2 jaar) tussen 2023 en de dezelfde periode in de drie voorgaande jaren is in de week van melden het hoogst. Daarna neemt de verhoging in rundersterfte langzaam af, maar bleef gedurende de hele geanalyseerde periode (tot en met 10 weken na het moment van melden) verhoogd.

Verdiepende analyses

Dit was een eerste beschrijvende impactanalyse. Voor het nauwkeurig kwantificeren van de totale impact van BTV-3 voert GD in de eerste helft van 2024 verdiepende analyses uit op de data tot en met 31 december 2023. In deze verdiepende analyse zal gecorrigeerd gaan worden voor andere factoren die in 2023 invloed hebben op de melkproductie en sterfte zoals bijvoorbeeld omgevingstemperatuur, melkprijs, seizoen, aanvoerbeleid en regionale verschillen.

Meer over de impactanalyse is te vinden op de website van GD.

Deel dit bericht: