De introductie van gelten is één van de belangrijkste oorzaken voor destabilisatie van de PRRS situatie op varkensbedrijven, én een belangrijke manier waarop nieuwe virusstammen het bedrijf binnenkomen. Het is daarom van cruciaal belang om de gelten te onderzoeken en de protocollen voor quarantaine en adaptatie correct op te volgen, zodat de ziekte met succes aangepakt kan worden.
Bij de introductie van elke batch gelten moeten twee doelstellingen worden nagestreefd. Ten eerste het uitvoeren van goede quarantaine protocollen, om te voorkomen dat gelten een nieuwe, heterologe PRRSV stam op het bedrijf brengen. Gelten mogen dus geen PRRSV meer uitscheiden bij introductie in de zeugenstapel. Ten tweede het uitvoeren van een goed adaptatieprotocol, om ervoor te zorgen dat de gelten de juiste immuniteit hebben. Dit hele proces monitoren is van groot belang om gestelde doelen te behalen.
Bescherming tegen eigen en nieuwe stam
Als we de focus leggen op de adaptatie, zijn er twee verschillende strategieën die veel gebruikt worden. Aan de ene kant kunnen we MLV (Modified Live Virus) PRRS vaccins inzetten. Het meest gebruikte vaccinatieprotocol houdt in dat de gelten tweemaal gevaccineerd worden voor de eerste inseminatie, met een tussentijd van 3 of 4 weken. Doel van het vaccineren is om (heterologe) bescherming te krijgen tegen de bedrijfseigen PRRS stam, maar ook tegen nieuwe stammen die het bedrijf mogelijk binnen kunnen komen. Aan de andere kant is het mogelijk om de gelten te infecteren met het veldvirus om een uitgebreide homologe bescherming te krijgen tegen de circulerende bedrijfseigen PRRS stam. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat een heterologe bescherming soms toch een betere bescherming geeft dan een homologe bescherming.
Contact met het veldvirus
Er worden verschillende manieren gebruikt om contact met het veldvirus te bereiken. De meest gebruikte methode is het in contact brengen met materiaal afkomstig uit de afdeling waar PRRS vermoedelijk rondgaat, bijvoorbeeld speekseltouwen uit afdelingen gespeende biggen. Alle methoden hebben echter wel het risico dat ook andere kiemen dan PRRSV verspreid worden, met ongewenste uitkomst. Verder is een minimale hoeveelheid virus nodig om de dieren te immuniseren en is het moeilijk om te garanderen dat er niet teveel virusdeeltjes worden toegediend. Hierdoor is het vrijwel onmogelijk om er zeker van te zijn dat alle dieren geïmmuniseerd zijn, zonder ze aan een te groot risico bloot te stellen.
Afhankelijk van de status van de gelten kunnen verschillende adaptatie programma’s worden ingezet. Dit zal ook afhankelijk zijn van het feit of er PRRSV circulatie op het eigen bedrijf is. Concreet kunnen we drie verschillende scenario’s onderscheiden.
- Gelten die aankomen op een negatief bedrijf (geen viruscirculatie noch antistoffen): geen enting van deze gelten en garantie dat ze zelf geen uitscheider meer zijn op moment van introductie.
- Gelten aankomen op een bedrijf waar geen viruscirculatie is maar wel serologisch positieve zeugen: dubbele vaccinatie met 3-4 weken tussentijd.
- Gelten die aankomen op bedrijf waar viruscirculatie is: vaccinatie gevolgd door contact met circulerend veldvirus.
Zowel in de gevallen van vaccinatie als contact met veldvirus mogen de gelten geen actieve PRRSV infectie of uitscheiding meer hebben op het moment van introductie bij de zeugen.
Gedurende de adaptatie van de gelten willen we op twee momenten de PRRS status weten: bij aankomst op het bedrijf en bij introductie bij de zeugen. De status bij aankomst kan bepaald worden door gebruik te maken van serologie en PCR technieken. Bij aankomst en 15 dagen later kunnen we serologie en PCR gebruiken om de verwachte status van de gelten te bevestigen. Serologisch positieve gelten betekent dat deze gelten in het verleden contact hebben gehad met PRRS virus. PCR positieve gelten wil zeggen dat deze dieren recentelijk geïnfecteerd zijn, het virus nog bij zich dragen en mogelijk dit virus nog uitscheiden. Ideaal zou zijn als de gelten virologisch negatief voor PRRS worden aangevoerd op het bedrijf.
Om de immunologische status te evalueren bij introductie in de zeugenstapel kan serologie worden toegepast 3 tot 4 weken na vaccinatie, zodat er een inschatting gemaakt kan worden of de dieren geïmmuniseerd zijn. Een week voordat de gelten naar de zeugenstal gaan moeten ze met een PCR onderzocht worden om te controleren of er geen virusuitscheiding is. Als de gelten positief zijn in de PCR, zullen ze in de adaptatie moeten blijven totdat ze negatief zijn in de PCR. De hele adaptatie moet minimaal 8 tot 12 weken duren.
Stabiele PRRS status
Voor een goede productiviteit is het essentieel om een stabiele PRRS status te hebben op een varkensbedrijf. Goed management van introductie van nieuwe gelten is één van de belangrijkste onderdelen om viruscirculatie op zeugenbedrijven onder controle te krijgen.
Meer informatie
Nieuwsgierig naar meer informatie over PRRS? Meld u hier aan voor Let’s talk about. U ontvangt regelmatig updates over actuele onderwerpen zoals controle van PRRS, knelpunten bij reproductie zeugen, preventie van zeugensterfte en verbetering van biggenopfok.
U kunt ook contact opnemen met een van onze varkensdierenartsen; Maartje Wilhelm +31 6 8264 5058, Herman Prüst +31 6 1431 0007, Theo Vercammen + 31 6 3024 9632 of Denise Meijer +31 6 8215 8554
Geïnteresseerd in het naaldloos vaccineren tegen PRRS kijk op naaldloosvaccineren.nl
Meepraten over hoe bij varkens PRRS onder controle te krijgen? Ga naar Facebook