Kraamstaldiarree bij biggen tot een leeftijd van 14 dagen is wereldwijd een bekend verschijnsel. Diarree in het kraamhok, als gevolg van bacteriële infecties, zorgt voor verhoogde uitval en voor verminderde groeiprestaties. ‘Met de HIPRA Enterocheck testen we diarreemonsters op negen verschillende targets (zie afbeelding). Ook de lastig te kweken darmbacterie Clostridium difficile kunnen we daarmee opsporen, zegt Linda Peeters..
Bij de hoofdfoto: Linda Peeters (HIPRA): ‘Met de Enterocheck kan lastig te kweken Clostridium difficile wél aangetoond worden’
Bacteriële infecties die kraamstaldiarree veroorzaken komt vooral vaker voor in koudere en vochtigere periodes van het jaar. ‘Welke specifieke kiem daarvoor verantwoordelijk is, kunnen we met de HIPRA Enterocheck vrij snel aantonen’, stelt Linda Peeters, Technical Service Manager bij HIPRA. ‘Dat geeft inzicht in de oorzaak van de diarree, maar het probleem oplossen of beheersbaar maken vergt een totaalaanpak.’
Hoe werkt de Enterocheck?
Bij deze check maken we gebruik van zogenaamde FTA-cards. Op deze FTA-card wordt met een swab diarree aangebracht. De ziekteverwekkers worden op de FTA-card meteen onschadelijk gemaakt en goed geconserveerd. Daardoor is het monster veilig te verzenden naar ons laboratorium in Spanje. Deze diagnostiek werd al langer ingezet, maar sinds november testen we op negen in plaats van vijf targets. Daardoor krijgen we een compleet inzicht in de bacteriële oorzaken van kraamstaldiarree.
Is er een diarree-uitbraak dan kunt u bij uw dierenarts terecht voor een testpakketje met drie swabs en drie FTA-cards (1 swab en FTA-card per toom). Per swab kunt u een vers diarreemonster nemen bij meerdere biggen van een toom. De uiteindelijke resultaten worden door een van de HIPRA specialisten geëvalueerd met de dierenarts en de veehouder. Naast het inzetten van het juiste vaccin op het juiste tijdstip steken we samen met de dierenarts energie in een totaalaanpak. Zo kunnen we via de Enterorisk app de risicofactoren rondom kraamstaldiarree in kaart brengen en ondersteuning bieden bij het uitvoeren van een biestcheck of het maken van warmtecamera beelden.
Op welke diarreeveroorzakers wordt getest?
De PCR-testen zijn heel specifiek gericht op de belangrijkste virulentiefactoren en toxines van E. coli, Clostridium perfringens type A en C en Clostridium difficile. Het aantonen van alle bacteriële verwekkers van kraamstaldiarree, met name doordat ook Clostridium difficile aangetoond kan worden, maakt de Enterocheck een complete diagnostische tool.
Clostridium difficile blijkt wereldwijd ook vaak een oorzaak te zijn van kraamstaldiarree maar de bacterie is lastig aan te tonen. De naam geeft het eigenlijk al aan; de bacterie laat zich onder normale zuurstofrijke omstandigheden moeilijk kweken.
Hoe vaak komt Clostridium difficile voor?
Clostridium difficile is een normale darmbewoner net als bijvoorbeeld E. coli en Clostridium perfringens type A. Na de geboorte worden de darmen van de biggen onder andere via de mest van de zeug en de omgeving gekoloniseerd met darmbacteriën. Afhankelijk van de infectiedruk, het kraamstal management en de weerstand van de biggen, en eventuele gelijktijdige infecties met andere ziekteverwekkers kan neonatale diarree ontstaan.
Uit onderzoek op meer dan 140 zeugenbedrijven bleek in 66 procent van de monsters genomen bij biggen met diarree Clostridium difficile teruggevonden te zijn. Bij mestmonsters van biggen zonder diarree op die 140 bedrijven was dat met 46 procent significant minder.
Clostridium difficile is vaak in het spel als waterig gele kraamstaldiarree wat later in de zoogperiode optreedt, een tot twee weken na de geboorte. Een uitval tot 16 procent kan optreden.
Tegen kraamstal diarree wordt toch vaak gevaccineerd?
‘Inderdaad, zeugen worden heel regelmatig gevaccineerd tegen E. coli en Clostridium perfringens. Naast de bekende E. coli en C. perfringens vaccins, is er binnenkort ook een vaccin gericht op C. difficile beschikbaar. Het doel van die vaccinatie is het stimuleren van de maternale immuniteit, zodat de biggen extra antistoffen via de biest opnemen. Niet alleen goed vaccineren, maar ook het kraamstalmanagement en de biestopname zijn cruciaal. Ook factoren als hoe schoon zijn de kraamhokken, is de vloertemperatuur goed afgesteld op de biggen en hoe hygiënisch er wordt gewerkt, spelen een rol bij het kunnen doorbreken van kraamstaldiarree. Aangezien veel zeugenbedrijven ermee kampen geeft aan dat er verbeterring mogelijk is. Kraamstaldiarree zien we overigens vaker bij tomen van gelten dan van oudereworps zeugen. Dat komt doordat gelten minder afweer hebben opgebouwd en dus ook minder maternale immuniteit via de biest kunnen meegeven aan de biggen.
Waarom investeert HIPRA in deze geavanceerde diagnostiek?
HIPRA richt zich op preventie en diagnose voor de gezondheid van mens en dier. We bieden naast een breed scala aan innovatieve vaccins, ook geavanceerde diagnostische services. Met deze totaalaanpak ondersteunen we de dierenarts en veehouder bij het kiezen van een juiste vaccinatiestrategie, passend bij het bedrijf.
Het uitbreiden van het aantal targets waarop de Enterocheck gericht is, is daarvan een mooi voorbeeld. Met de Enterocheck bieden we nu compleet inzicht in de oorzaken van bacteriële neonatale diarree.
Diagnostiek via FTA-cards
Er zijn verschillende ziekteverwekkers die een rol kunnen spelen bij kraamstaldiarree. Aan de hand van diagnostiek, waarbij sectie het meest complete beeld geeft, kan worden bepaald welke ziekteverwekkers op uw bedrijf een rol spelen. Het onderzoeken van mestmonsters is ook een optie met de HIPRA Enterocheck. Op een FTA-card met een diarreemonster worden verschillende PCR-testen uitgevoerd om de virulentiefactoren en toxines van specifieke darmbacteriën op te sporen. Op basis van de resultaten wordt in overleg met de dierenarts gekeken of er preventieve maatregelen nodig zijn.