De aanleiding voor meldingen van verdenking van vogelgriep bij NVWA-specialistenteams was voornamelijk een verhoogde uitval in een deel van de stal. Dat meldt de GD.
In het vierde kwartaal van 2021 en het eerste kwartaal van 2022 legden NVWA-specialistenteams respectievelijk 28 en 35 bezoeken af in het kader van een verdenking op vogelgriep. Bij leggende hennen was geen sprake van een productiedaling in de voorafgaande dagen en was slechts beperkt sprake van een voer- en wateropnamedaling. Aanleiding voor de meldingen was voornamelijk een verhoogde uitval in een specifiek deel van de stal. Bij de sectiebevindingen werden geen specifieke afwijkingen gevonden en betrof het een divers beeld. Vaak was het sectiebeeld ‘negatief’ met soms ergens in een dier lokale bloedingen.
Bij vleeskuikens en kalkoenen was de aanleiding ook vaak een lokaal aanwezige verhoogde uitval, een beperkt aantal ernstig zieke dieren en was het sectiebeeld divers en vaak ‘negatief’. Bij eenden was het de ernstige daling in voer- en wateropname die suggestief was voor de aanwezigheid van het H5N1-virus. In de gevallen dat er sprake was van verhoogde uitval zonder de daling in voeropname, was de AI-PCR negatief.
In het Veekijkernieuws Pluimvee (pdf) van de GD van april 2022 staat een overzicht van de voorgeschiedenis van de koppels op de pluimveebedrijven die door het specialistenteam werden bezocht en waarbij de PCR-test positief was op vogelgriep van het type H5. Tevens is aangegeven welke klinische afwijkingen en welke afwijkingen bij sectie werden gevonden.