Op 18 maart 2024 werd een verworpen kalf ingestuurd naar GD voor pathologisch onderzoek, door een practicus die alert was op aangeboren afwijkingen ten gevolge van het BTV. Het moederdier was op dat moment ongeveer 7 maanden drachtig. In oktober 2023 waren verschijnselen van BT waargenomen op het bedrijf. De verschijnselen in de koppel zijn toen niet bevestigd door laboratoriumonderzoek.
Bij het onvoldragen, fris verworpen kalf werd op doorsnede van de schedel een hydrocefalus (waterhoofd) zichtbaar, gekenmerkt door dilatatie van de laterale ventrikels in de grote hersenen en een sterk verdunde hersenschors (figuur). De schedel, wervelkolom en poten waren niet afwijkend en de hersenstam en kleine hersenen hadden normale afmetingen. Er werden geen afwijkingen aangetoond in de overige inwendige organen. De placenta van dit dier was niet beschikbaar.
Het kalf werd bemonsterd voor aanvullend onderzoek, daarbij worden protocollair de belangrijkste infectieuze oorzaken voor abortus onderzocht. BTV werd met lage Ct-waarde (grote hoeveelheid virus) aangetoond door middel van een PCR op miltweefsel, uitgevoerd door Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). Bloed voor onderzoek naar BTV-antistoffen was niet beschikbaar. Andere infectieuze oorzaken werden uitgesloten. Er werd geen Schmallenbergvirus aangetoond door middel van een PCR op hersenweefsel en er werd geen BVD-virus aangetoond in een antigeen ELISA op de milt. Chlamydia, Chlamydophila en Coxiella burnetii werden niet aangetoond door middel van PCR onderzoek op een mengmonster van milt, lever en long. Bacterieel onderzoek was negatief.
Hydrocefalus en hydranencefalie (grote hersenen zijn vervangen door hersenvocht) zijn eerder beschreven bij infecties met andere serotypes van BTV1. Algemeen wordt verondersteld dat deze verschijnselen een gevolg zijn van een transplacentale infectie vroeg in de dracht (70-130 dagen dracht), waarbij het virus de precursorcellen die het hersenweefsel vormen kan infecteren en beschadigen. Deze cellen zijn alleen aanwezig in de jonge foetus, tussen 70 en 130 dagen dracht, als ze op dat moment beschadigd raken zal de aanleg van de hersenschors verstoord zijn.
Het lijkt na deze casus aannemelijk dat ook BTV-3 aangeboren afwijkingen kan veroorzaken bij kalveren.
Bron: Royal GD