De melkmachine, voor menig dierenarts een zogenaamde “black box”. De melkput is meestal alleen iets waar u langs loopt om de laarzen schoon te spuiten na een bedrijfsbezoek. Maar weet u welke onderdelen van belang zijn? En vraagt u aan uw veehouders of ze onlangs nog een natte meting hebben laten doen, of melkt u zelf een keer mee? Een juiste werking van de melkmachine is van groot belang als je bedenkt dat koeien minimaal 2x daags en bij robotbedrijven zelfs tot 4x daags worden gemolken. Fouten in de afstelling kunnen voor grote problemen zorgen met de uiergezondheid. Gelukkig zijn er zaken die u als dierenarts kunt adviseren.
De melkmachine in relatie tot mastitis
Hoewel de melktechniek en overige management maatregelen de grootste invloed hebben op de uiergezondheid op een bedrijf is een goed functionerende melkmachine wel degelijk van belang. Verkeerde afstellingen in de melkmachine kunnen zoals u weet, zorgen voor uiergezondheidsproblemen. Onderzoek laat zien dat 6-20% van de nieuwe uierontstekingen veroorzaakt kan worden door fouten in de melkmachine (Mein at al., 2004). Denkt u maar eens aan een te hoog vacuüm met een slechte speenconditie tot gevolg, of onvoldoende afvoer van de melk waardoor speenwassen optreedt. Directe effecten zijn bijvoorbeeld het verspreiden van bacteriën tijdens het melken of speenwassen. Indirecte effecten zijn een te hoog vacuüm, blindmelken of alle andere oorzaken die effect hebben op de conditie van het slotgat of de uierhuid. Het slotgat is het enige mechanisme van de koe om bacteriën uit de omgeving te weren uit het uier. Wanneer het slotgat echter tekenen van vereelting vertoont kan de natuurlijke afsluiting niet meer goed functioneren en kunnen met name omgevingskiemen gemakkelijker het uier infecteren. Stafylococcus aureus en Streptococcus dysgalactiae staan bekend om hun vermogen tot kolonisatie van de uierhuid en schrale slotgaten en kunnen zo mastitis indiceren.
De melkmachine
De afstelling van het vacuüm is van groot belang, een te hoog vacuüm zorgt voor een slechte speenconditie, een te laag vacuüm voor onvolledig uitmelken. Eén van de belangrijkste onderdelen van de melkmachine met invloed op het vacuüm is de vacuümregulator. Om het vacuüm op het juiste niveau te houden moet de regulator regelmatig worden nagekeken, schoon gemaakt en onderhouden. De pulsator zorgt voor massage van de spenen door het vacuüm af te wisselen met de rustfase. Wanneer er echter scheurtjes zitten in de pulsatorslangen of vuil onder de kleppen of de luchtinlaten, functioneert de pulsator niet naar behoren. Regelmatige en kritische controle van de slangen van en naar de melkklauwen zijn uiteraard ook van belang.
Tepelvoeringen en vervanging
Elke rundveearts weet hoe vaak rubberen tepelvoeringen moeten worden vervangen, namelijk na 2500 melkingen. Maar rekent u ook uit of de veehouder dit op tijd doet? Veel bedrijven zijn de afgelopen jaren flink toegenomen in aantal koeien waardoor de tepelvoeringen vaak eerder vervangen moeten worden dan eerder het geval was. Bij een melkput van 2×8 en 100 koeien is dat elke 200 dagen, dus vaker dan elk half jaar. Silicone voeringen moeten afhankelijk van het merk na 6.000-10.000 melkingen worden vervangen. Om veehouders er van te overtuigen dat op tijd vervangen van belang is kunt u hen wijzen op de risico’s van te laat vervangen. De minuscule scheurtjes die ontstaan in oud rubber zijn een broedplaats voor bacteriën. Daarnaast wordt rubber of silicone minder flexibel bij ouder worden, dit zorgt ervoor dat de koeien slechter leeg melken en er meer melk achter blijft. Het niet op tijd vervangen van de tepelvoeringen kost de veehouder dus juist geld!
Samen melken
Wanneer mastitis voornamelijk eind lactatie optreedt en/of wanneer een bedrijf veel last heeft van koegebonden kiemen als Stafylococcus aureus heeft u als dierenarts een extra reden om de melktechniek en afstellingen van de melkmachine eens kritisch te bekijken.
Om het melken te beoordelen kunt u eens een melkbeurt mee kijken in de melkput. Hier kunt u de melktechniek, gedrag van de koeien en de spenen zelf gemakkelijk beoordelen. Gebruikt de veehouder 1 papieren doek per koe? Zijn de koeien rustig tijdens het melken? Hoe lang is de tijd tussen voorbehandelen en onderhangen van het melkstel? Worden de spenen goed geraakt met dippen of sprayen? Ook de spenen zelf kunt u dan eens kritisch bekijken. Bij een goed functionerende melkmachine horen de spenen na het melken droog te zijn. Daarnaast mag de speenhuid niet verkleurd zijn of gezwollen. De speenpunten zelf moeten niet schraal zijn. Zie onderstaande afbeelding voor een score systeem. Niet meer dan 10% van de koeien mag een afwijkende speen hebben. Bij robot bedrijven kunt u bij 10% van de koeien het melken volgen en zo een goed beeld krijgen. Sluit de robot gemakkelijk aan, zijn de uiers schoon bij binnenkomst, functioneert de eventuele stoomreiniging goed, worden de spenen goed geraakt?
Natte meting
Om een onafhankelijk en uitgebreide evaluatie van het melken te krijgen is het adviseren van een natte meting zeer zinvol. In tegenstelling tot de jaarlijkse “droge” meting tijdens het onderhoud wordt bij een “natte” meting de melktechniek beoordeeld tijdens het melken. Naast meten van het vacuüm en beoordelen van de zuig- en rustfase worden ook de voorbehandeltijd, de melktechniek van de veehouder en de speenconditie bekeken.
Kennispartnerbericht van Hipra