Een goede longgezondheid bij kalveren is van levensbelang. Schade aan het longweefsel heeft namelijk een grote negatieve impact op de groei van het jonge kalf. Longontstekingen komen echter regelmatig voor. Uit onderzoek blijkt dat dieren die als kalf meer dan vier gevallen van luchtwegaandoeningen gehad hebben, een kortere levensduur en levensproductie hebben (Bach, 2011). Om een effectief plan van aanpak te maken is het inzetten van de juiste diagnostiek de eerste belangrijke stap.
Onderzoeksmethoden
Serologisch onderzoek kan worden ingezet om te kijken welke kiemen op een bedrijf een rol spelen. Om echter zeker te weten welke kiemen de kláchten veroorzaken zijn moet tweemaal bloedonderzoek worden gedaan. Nadeel is dat het langer duurt voordat er een uitslag is en dat er geen gevoeligheid kan worden uitgevoerd om te zien voor welke antibiotica de eventueel gevonden bacteriën gevoelig zijn. Een andere methode is het nemen van een swab diep in de neus. De kiemen die op de swab zitten kunnen worden gekweekt (bacteriën) of worden onderzocht middels PCR (bacteriën en virussen).
Longspoeling (BAL), snel en doeltreffend!
Bij een Broncho Alveolaire Lavage wordt er fosfaatbuffer vloeistof (PBS) in de diepere luchtwegen van het kalf gespoten en er direct weer uitgezogen. In de verkregen vloeistof zitten de kiemen die de luchtwegklachten veroorzaken. Het selecteren van de juiste dieren is cruciaal voor een juiste diagnose. Neem hiervoor de acuut zieke dieren die nog niet behandeld zijn. Voor de monstername wordt het kalf vastgehouden met de kop omhoog, verdere verdoving is niet nodig. Het slangetje wordt via de neus en de luchtpijp tot vlak bij de longen gebracht. Als het slangetje goed in de luchtpijp zit gaat het kalf hoesten en steekt zijn tong uit. Via het slangetje wordt 30 ml vloeistof in de longen gespoten, het grootste gedeelte van de vloeistof wordt direct weer terug gezogen en in een steriel buisje gespoten. Deze kan gekoeld verstuurd worden naar het laboratorium voor onderzoek. HIPRA heeft de gegevens van 653 longspoelingen uitgevoerd bij kalveren in het vorige seizoen, en onderzocht bij MBM Vet laboratorium, samengevat:
De verschillende gevonden kiemen hebben allemaal een verschillende ernst van ziekteverschijnselen. Pasteurella multocida is bijvoorbeeld een kiem die we veelvuldig terug zien komen (73 %). Deze kiem is vaak op de slijmvliezen van de luchtwegen te vinden als commensaal, ook zonder ziekteverschijnselen.
Mycoplasma bovis (31,9 %) staat bekend om het veroorzaken van longontstekingen, gewrichtsontstekingen en/of een middenoorontsteking. In de mycoplasma spp zitten onder andere de M. dispar en M. bovirhinis. Vaccinatie tegen Mycoplasma is helaas niet mogelijk en infecties zijn vaak recidiverend. Een goede (biest) voeding, 4 weken gescheiden huisvesten van kalveren, het aanpakken van overige pathogenen en een all-in all-out systeem verminderen de kans op Mycoplasma infecties.
Het Bovine Respiratory Syncytial virus (BRSV) werd aangetoond in 18% van de spoelingen. Kalveren en in minder frequente gevallen ouder jongvee tonen bij infectie hoge koorts, hoesten en verhoogde ademfrequentie. BRSV beschadigt het longweefsel en de slijmvliezen, waardoor een bacteriële infectie gemakkelijker in de longen kan aanhechten en zich kan vermenigvuldigen. Dit heeft een nog grotere longschade tot gevolg. Het PI3-virus werd in slechts 4,1% van de spoelingen aangetoond.
Mannheimia haemolytica (29,1 %) bevindt zich veelal als opportunist in de nasopharynx van gezonde kalveren en koeien. Het aantonen van deze bacterie in de diepere luchtwegen zoals bij een BAL op een ziek kalf wordt gedaan is dan ook bewijzend voor de veroorzaker van de klachten. Stress kan ervoor zorgen dat de bacterie zich pathogeen gaat gedragen in de diepere luchtwegen. Belangrijke stressoren zijn virusinfecties door bijvoorbeeld BRSV of PI-3 of infecties door Mycoplasma spp. (1) Virussen hebben een direct cytopathisch effect op het respiratoire weefsel maar zorgen er ook voor dat de verwijdering en fagocytose van bacteriën door de alveolaire macrofagen wordt verminderd. Bacteriën als Mannheimia haemolytica, Mycoplasma bovis en Histofilus Somni kunnen vervolgens de longen koloniseren en ernstige klachten geven.(2) Mannheimia haemolytica bevat verschillende virulentiefactoren waarvan het leukotoxine de meest voorkomende is. Deze gifstoffen zorgen er onder andere voor dat er poriën worden gevormd in de celwanden van de respiratoire mucosacellen. Gevolg is dat deze cellen dood gaan waardoor ze nog gevoeliger zijn voor kolonisatie door bacteriën. Ook in de celwanden van ontstekingscellen worden door de gifstoffen poriën gevormd waardoor ze lyseren en hun functie niet meer kunnen uitvoeren. De alveolaire macrofagen van kalveren jonger dan 16 weken zijn daarnaast minder goed bestand tegen deze cellysis dan die van volwassen rundvee. Dit is éen van de redenen dat jonge kalveren gevoeliger zijn voor luchtweginfecties. (1)
Histophilus somni (19,2 %) is een bacterie die ernstige longontstekingen kan veroorzaken. Ook hierbij spelen gifstoffen een rol. De gifstoffen van H. somni veroorzaken trombose en longschade. Naast longontsteking kan H. somni ook gewrichtsontsteking, oorontsteking of een ontsteking aan het hart veroorzaken. Klinisch kan deze bacterie dus gemakkelijk verward worden met Mycoplasma bovis.
Wanneer bekend is welke pathogenen op een bedrijf de problemen veroorzaken kan een passend vaccinatieplan worden gemaakt. Daarnaast is het van groot belang om de biestvoorziening, verdere melkperiode en voeding, huisvesting en klimaat, op risicofactoren te beoordelen. Een bedrijfsspecifiek plan waarbij stressoren worden verwijderd en de virussen en bacteriën zelf worden aangepakt middels vaccinatie, geven het beste effect. Meer weten over onderzoek middels longspoelingen? Neem dan contact op met uw HIPRA accountmanager of dierenarts.
(1): JARAMILLO-ARANGO C.J. et al. Bovine Mannheimiosis: etiology, prevention and control. Vet Mex 40 (3) 2009.
(2): TRIGO F et al. Patogénesis y aspectos inmunológicos de la pasteurelosis pulmonar bovina. Vet Méx 1991; 22:131- 134.