Tijdens het telefonisch spreekuur wordt u gebeld door een veehouder. “Die koe mocht net weer in de tank en nu zitten er weer vlokjes in de melk, wat moet ik doen?”. Een lastige vraag en iedere rundveedierenarts zal adviseren om voor behandeling een melkmonster af te nemen voor BO. Wist u dat bij onderzoek van klinische mastitis in ongeveer éénderde van de gevallen Streptococcus uberis wordt aangetoond?
Streptococcus uberis kan zowel klinische als subklinische mastitis veroorzaken. De bacterie besmet koeien voornamelijk vanuit de omgeving en voelt zich erg prettig in organisch materiaal als mest en stro. Daarnaast wordt de bacterie ook aangetroffen op de huid en in het maagdarmkanaal van koeien. Streptococcus uberis verspreidt zich over het bedrijf door likkende koeien en direct vanuit de mest. Behandeling van Streptococcus uberis mastitis staat erom bekend lastig te zijn, de genezingspercentages zijn slecht en veel infecties komen terug. Een frustrerende zaak die ook nog eens leidt tot een verhoogd antibiotica gebruik.
Hoe gedraagt een Streptococcus uberis mastitis zich?
Hoe lang een mastitis door Streptococcus uberis aanhoudt varieert. Ongeveer 60% van de infecties duurt minder dan 30 dagen. Een koe die eenmaal een infectie met Streptoccus uberis heeft gehad heeft echter wel een hoger risico op nieuwe infectie. Dit is de reden dat een Streptococcus uberis mastitis vaak wordt gevolgd door terugkerende mastitis met opnieuw Streptococcus uberis. Stamtypering heeft laten zien, dat het in de meeste van deze gevallen gaat om nieuwe infecties. Terugkerende mastitis wordt echter vaak verkeerd geïnterpreteerd als een niet geslaagde behandeling. De ingezette therapie is veelal niet het probleem, het feit dat een opgedane infectie het risico op nieuwe infecties verhoogt, des te meer.
Men denkt dat ongeveer 18% werkelijk chronisch kan worden en meer dan 100 dagen aanhoudt. Streptococcus uberis kan, net als Stafylococcus aureus, een biofilm produceren. Dit is een groot risico op een persistente of terugkerende mastitis. Door het vormen van een biofilm houdt Streptococcus uberis zich verborgen voor het immuunsysteem van de koe en voor de ingezette antibiotica therapie.
Er zijn gevallen bekend waarbij Streptococcus infecties de droogstand overleefden en tot 20 maanden aanhielden. Deze chronisch besmette koeien dragen Streptococcus uberis stammen met zich mee, die zich hebben aangepast aan de koe. De bacterie is zich dan meer koegebonden gaan gedragen en drager koeien kunnen andere koeien besmetten. Echter in een koppel is vaak niet meer dan een paar procent van de koeien chronisch geïnfecteerd. Het voorkomen van besmetting vanuit de omgeving blijft dus één van de voornaamste preventieve maatregelen. Behandeling van klinische mastitis tijdens lactatie is nodig voor het welzijn van de koe, maar de genezingspercentages liggen aanzienlijk lager dan bij behandeling tijdens de droogstand.
Welke periodes zijn het meest risicovol voor infectie met Streptococcus uberis?
De droogstand is over het algemeen een kritische periode wat betreft uiergezondheid. Melkkoeien worden meestal besmet vanuit de omgeving tijdens de droogstand, wat vaak leidt tot klinische mastitis in de volgende lactatie. Ongeveer 50% van de gevallen van klinische mastitis heeft zijn origine in de droogstand waarbij de hoogste infectiepercentages net na het droogzetten en rond het afkalven worden waargenomen. Een infectie kan ook ontstaan tijdens lactatie, waarin er een hoger risico is op infectie tijdens de eerste 75 dagen na afkalven.
Welke adviezen zijn zinvol in de strijd tegen Streptococcus uberis mastitis?
Omdat Streptococcus uberis zich voornamelijk omgevingsgebonden gedraagt ligt de focus op het verminderen van infectie vanuit de omgeving en dus een optimale hygiëne op het bedrijf. Door het nemen van deze maatregelen worden ook infecties met E. coli verminderd. Hygiëne van de ligboxen en de looppaden zijn cruciale aandachtspunten. Omdat vaak infectie optreedt tijdens het melken kan desinfectie van de spenen voorafgaand aan het melken zeer nuttig zijn. Rondom droogzetten en afkalven gelden uiteraard ook strikte hygiëne maatregelen.
De genezingspercentages bij Streptococcus uberis zijn laag en de kans op herinfectie is groot. Dit leidt tot veel antibiotica gebruik en in de strijd tegen Streptococcus uberis mastitis geldt daarom zeker; “voorkomen is beter dan genezen”!
Bron: Kromker V, Reinecke F, Paduch JH, Grabowski N (2014) Bovine Streptococcus uberis Intramammary Infections and Mastitis. Clin Microbial 3:157. doi: 10.4172/2327-5073.1000157
Kennispartnerbericht van Hipra