Avined, de stichting die de pluimveesector ondersteunt, schort haar deelname aan het convenant Dierwaardige Veehouderij op, omdat het landelijke bestuur van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), een van de dragende organisaties van Avined, ‘principiële bezwaren heeft tegen de gehanteerde procedure en tijdspad’.
Het convenant wordt getrokken door een kerngroep van partijen, waaronder Avined. In een brief aan kerngroepvoorzitter Elbert Roest laat Avined onder andere weten in een proces te werden ‘gedwongen’, waarbij de diverse stakeholders een eigen plan inleveren, voor het uitvoeren van een impactanalyse. ‘Dat is ten principale onjuist en zal niet bijdragen aan bereiken van consensus (voor het convenant, red.).’
Al dierwaardig
Avined is ook van mening dat de Nederlandse pluimveehouderij ‘in de basis al dierwaardig is’. (…) ‘De Nederlandse pluimveehouderij voldoet aan Europese wet- en regelgeving en heeft de laatste decennia forse transities doorgemaakt.’
Verder zou ruimte voor (wetenschappelijke) onderbouwing en ontwikkelen van draagvlak voor zinvolle aanpassingen in de pluimveehouderij ontbreken door de opgelegde tijdsdruk. En als de sector wordt gedwongen om ’te leveren’ op bepaalde elementen van het convenant, zou dat ‘de gehele pluimveesector in grote problemen (kunnen) brengen’, aldus Avined.
Tweede fase
Vanaf oktober 2023 wordt er begonnen met de tweede fase van het convenant Dierwaardige Veehouderij. Deze fase zal onder meer gaan over bedrijfsgebonden aandoeningen en het stoppen met fokken en houden van dieren met schadelijke kenmerken voor hun gezondheid en welzijn.