Er zal heel goed nagedacht moeten worden over de invulling van het amendement van de Partij voor de Dieren in de Wet dieren. Niet alleen over de juridische en economische aspecten, maar vooral ook over dierenwelzijn en diergezondheid. Dat meldt de KNMvD in een reactie op het amendement dat is aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer.
Het voorstel van de PvdD is om een regel toe te voegen aan het eerste lid van artikel 2.1. Dat artikel luidt nu:
“Het is verboden om zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen.”
Daar wordt het volgende aan toegevoegd:
“Onder een redelijk doel wordt in elk geval niet begrepen het kunnen houden van dieren in een bepaald houderijsysteem of een bepaalde wijze van huisvesting.”
Voor zowel het houden van gezelschapsdieren als landbouwhuisdieren kan het amendement vanaf 1 januari 2023 grote gevolgen hebben. Het amendement is dusdanig open geformuleerd dat het zo te interpreteren is dat vogels en konijnen niet meer in kooien gehouden mogen worden en het onthoornen van runderen en geiten en het couperen van varkensstaarten niet meer is toegestaan.
Niet ineens ingrepen verbieden
De KNMvD onderschrijft in beginsel de onderliggende gedachte van het amendement. Zo is de KNMvD tegen het aanpassen van het dier aan het houderijsysteem. Maar het houderijsysteem moet wel geheel aangepast zijn aan de behoeften van het dier voordat er voorgoed afscheid genomen kan worden van bepaalde lichamelijke ingrepen, aldus de beroepsorganisatie. “Zolang dat namelijk niet het geval is, heeft het niet uitvoeren van de ingreep een grotere negatieve impact op het welzijn van het dier dan wanneer de ingreep wel wordt uitgevoerd. Het amendement moet lopende initiatieven om ingrepen terug te dringen niet frustreren en veehouders moeten, ook in financieel opzicht, voldoende in staat worden gesteld om de gevraagde omslag te maken.”
Diepgaande kennis van de dierenarts
Er zal heel goed nagedacht moeten worden over de invulling van het amendement, aldus de KNMvD. “Niet alleen over de juridische en economische aspecten, maar vooral ook over dierenwelzijn en diergezondheid. Daarvoor is kennis en kunde nodig, die vaak al in de betreffende sector aanwezig is. Onmisbaar daarbij is de diepgaande kennis van de dierenarts over dierenwelzijn en diergezondheid. Tegelijkertijd hebben dierenartsen een belangrijke positie om veehouders te ondersteunen bij het maken van de belangenafweging die ten grondslag ligt aan de transitie naar een duurzame veehouderij en hobbydierhouderij. De KNMvD wil in het kader van onze zorgplicht graag betrokken zijn bij de praktische uitwerking van het amendement, indien gewenst ook bij de andere diersoorten waarvoor we een zorgplicht hebben.”
Schouten laat uitvoerbaarheid onderzoeken
Landbouwminister Schouten laat onderzoeken of een aanpassing van de Wet dieren wel uitvoerbaar is. Nog voor het zomerreces zal zij de Tweede Kamer informeren over de voortgang daarvan.