Pluimvee | Rundvee | Vogelgriep

Infectiedruk van vogelgriepvirus in Europa is momenteel laag

Sinds 2019/2020 is het aantal gevallen van hoogpathogene vogelgriep bij pluimvee en wilde vogels in de Europese Unie niet meer zo laag geweest, zo rapporteren de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA), het Europees centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en het referentielaboratorium van de Europese Unie (EURL) op basis van gegevens tussen april en juni 2024.

Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor deze verbetering die nader onderzocht moeten worden. Het kan zijn dat wilde vogels meer immuniteit hebben ontwikkeld na eerdere infecties. Ook een kleinere populatie van bepaalde wilde vogels of veranderingen in de samenstelling van virale genotypen kunnen een rol spelen.

Deskundigen hebben vastgesteld dat het hoogpathogene vogelgriepvirus het hele jaar door circuleert in wilde vogels in Europa, zij het in lage aantallen. Ze adviseren een verbetering van de surveillance in aanloop naar het volgende griepseizoen.

Voor het eerst in vele jaren heeft Australië gevallen van hoogpathogene vogelgriep gemeld. De verschillende subtypes die daar circuleren, worden momenteel niet gerapporteerd in de rest van de wereld.

Deskundigen wijzen ook op de onverwachte diversiteit van zoogdiersoorten die door het vogelgriepvirus zijn getroffen en de verschillende virale genotypen die circuleren onder pluimvee, wilde vogels en zoogdieren in Noord-Amerika. Directe overdracht van het virus tussen rundvee en ander vee is nog niet bevestigd.

Wel is rauwe melk van koeien een nieuwe, onverwachte overdrachtsroute voor het virus gebleken. Huidige gegevens tonen aan dat industriële pasteurisatie een belangrijke rol speelt bij het inactiveren van het virus in rauwe melk van koeien.

Deel dit bericht: