Wanneer bepalen van antistof titers:
Als er ziekten in de stal zijn wordt vaak bloed afgenomen en worden antistoffen bepaald. Dit om uit te zoeken welke ziektekiem(en) de problemen geeft. Om reden van de kosten wordt vaak alleen bij dieren uit de diergroep met problemen bloed getapt. Het aantal ziektekiemen waarop analyse wordt gedaan wordt beperkt. Voor het oplossen van het probleem op dat moment en het gericht kunnen medicineren en/of vaccineren is dit vaak voldoende.
Uitgebreider bloedonderzoek is gewenst als een ziekte langer problemen geeft en binnen het bedrijf blijft circuleren. Bijvoorbeeld er treden elke ronde klachten op bij de biggen van 6-8 weken, of bij de vleesvarkens de eerste maand na opleg. Ook kunnen meerdere ziektekiemen
een rol spelen. De oorzaak van de continue verspreiding van ziektekiemen binnen het bedrijf kan onder andere liggen in:
- De inrichting van het bedrijf: bijv. de speenbiggen liggen tegenover de kraamafdelingen
- Vaste looproutes; bijv. zonder omkleden van zeugen naar speenbiggen of vleesvarkens
- Bepaalde werkmethoden: bijv. terugleggen van kraambiggen of speenbiggen
- Opvang en adaptatie van jonge gelten: vaak onvoldoende adaptatie van de gelten voor het toevoegen aan de zeugenkoppel
Uitgebreider bloedonderzoek in de vorm van een bedrijfs- of serumprofiel zal meer inzicht geven. Daarbij wordt bij gelten, zeugen, biggen en vleesvarkens op verschillende leeftijden bloed getapt. Aan de hand van de uitslag, het vaccinatieprotocol en bedrijfsgegevens kunnen gericht maatregelen worden genomen om de gezondheid te verbeteren.
Voordelen uitgebreid serumprofiel:
✓ Inzicht in de titers van de meest voorkomende varkensziekten
✓ het verloop van de ziekte in de stal wordt zichtbaar en vaak kan het infectiemoment worden ingeschat
✓ Als de gelten worden getapt voor toevoegen aan de zeugenstapel;
• wordt duidelijk welke ziektekiemen bij de zeugen actief zijn
• of de gelten daar antistoffen tegen hebben en beschermd zijn
• of het adaptatie en vaccinatie protocol moet worden aangepast
HIPRA kiest voor het tappen van een serumprofiel een vast protocol, zie tabel 1.
Door een uitgebreid pakket aan ziektekiemen te tappen worden o.a. de ziektekiemen die luchtwegproblemen veroorzaken goed gevolgd. Vaak spelen meerdere luchtwegkiemen in wisselende combinaties een rol op een bedrijf, meestal zijn dit zijn PRRS, Griep, App en Mycoplasma. De aanwezigheid van de ene ziektekiem versterkt vaak de problemen met een andere ziektekiem. Bijvoorbeeld Influenza en PRRS bij zeugen, met verwerpers gedurende de gehele dracht. En de combinatie van Mycoplasma of PRRS op het tot uiting komen van plotse sterfte door App. In het serumprofiel van HIPRA worden daarnaast ziekten meegenomen, zoals Parvo en Vlekziekte.
Bloedafname voor het serumprofiel kan bijvoorbeeld herhaald worden na een jaar. Door een vast tapprotocol te gebruiken kan het verloop van de titers in de tijd worden gevolgd. Zichtbaar wordt bijvoorbeeld;
- Verschuiven ziekten naar een andere leeftijd
- Verdwijnen ze van het bedrijf
- Wat is het effect van genomen maatregelen
- Wat is het effect van vaccinatie
- Wordt er goed gevaccineerd
Lees ook deel 1 over Serumprofielen >>
Lees ook deel 3 over Serumprofielen >>